Hoog boven de wolken, waar de zon knipoogde naar de sterren, lagen de Zwevende Eilanden. Hier woonde Prins Piraat Beer, een dappere beer met een gouden kroon en een piraten-ooglap. Hij was niet zomaar een beer; hij kon met de dieren van het bos praten, had een verzameling van 37 verschillende kronen, en hield van honingthee. Op een dag, terwijl Sophie, een meisje dat van feeën hield, en haar familie op bezoek waren, gebeurde er iets vreemds. De maanstralen, die het eiland zachtjes verlichtten, begonnen te verdwijnen!
"Oh nee!" riep Prins Piraat Beer. "Wat is er aan de hand?" De dieren van het bos, zoals Eekhoornknabbel en Konijn Kwispel, keken bezorgd.
"We moeten hulp zoeken!" besloot de Prins. Hij dacht meteen aan Kapitein Pompom, een cheerleader-piraat met glitterschoenen en een schip van cupcakes. Haar schip zonk nooit omdat de frosting waterdicht was! "Kapitein Pompom kan ons vast helpen!" brulde de Prins, en hij zwaaide naar zijn vrienden.
Sophie, die altijd gefascineerd was door sprookjes, was enthousiast. En Nicolas, een jongen die graag puzzels oploste en modellen bouwde, vond het cupcake-schip fascinerend. Het was een uitdaging die hij maar al te graag aanging!

Met een snelle 'Hoi-Hoi-Hiep-Hiep-Hoera!' van Kapitein Pompom, zette de groep koers. Ze volgden een schatkaart van eetbaar papier, die hen door de meest wonderlijke plekken leidde. Ze passeerden de Knikkende Kliffen, waar de rotsen knipoogden, en de Suikerwaterwatervallen, waar de zoete lucht je tanden deed tintelen. Nicolas loste puzzels op die het pad blokkeerden, terwijl Kapitein Pompom iedereen aanmoedigde met haar vrolijke cheers. Sophie, die de feeën altijd in haar hart droeg, bleef hopen dat ze de verloren maanstralen zouden vinden.
Uiteindelijk leidde de kaart hen naar Twinkel, de Slaperige Ster. Twinkel was een beetje eenzaam en had besloten alle maanstralen te verzamelen om zich gezellig te voelen. Haar blauw-violette gloed flikkerde zachtjes, en ze leek een beetje verdrietig. Sophie vond Twinkel meteen schattig. "Hallo, Twinkel," zei ze zacht. "Waarom heb je alle maanstralen?"
Twinkel antwoordde met een zucht: "Ik ben zo alleen. De maanstralen maken me gezellig."
Prins Piraat Beer, met zijn vriendelijke hart, sprak: "Maar de maanstralen horen bij ons allemaal. Het is leuk om ze te delen."
"Maar ik ben bang om ze te delen," snikte Twinkel. "Dan ben ik weer alleen!"

Nicolas, die altijd nadacht over hoe dingen werkten, stelde voor: "We kunnen een droomkussen maken! Een kussen dat je blij maakt en je laat dromen, Twinkel, dan ben je nooit alleen!"
Kapitein Pompom, altijd vol energie, zei: "Laten we een cheer maken om iedereen blij te maken!" Ze sprong op en zong: "Maanstralen, maanstralen, schijnen helder en fijn! Voor Twinkel en voor jou en mij, een feestje voor iedereen!
Sophie, die de feeën zo leuk vond, stelde voor: "Laten we de maanstralen uitnodigen om te dansen!" En dus maakten ze een gezellig plekje voor Twinkel en de maanstralen. Ze bouwden een kussen van wolken om op te slapen en besloten de maanstralen elke nacht naar verschillende plaatsen te sturen. Zo scheen het licht steeds ergens anders!
Twinkel glimlachte eindelijk. "Oke," zei ze zachtjes. "Ik wil delen."
En zo keerde het licht terug naar de Zwevende Eilanden. De maanstralen dansten, en de dieren van het bos juichten. Prins Piraat Beer schonk honingthee, en Kapitein Pompom deelde glinsterende cupcakes uit. Sophie keek naar de dansende maanstralen, en Nicolas bewonderde het droomkussen. En Twinkel, de Slaperige Ster, voelde zich niet langer eenzaam. Want ze had vrienden, en ze wist dat delen het allerleukste was. Iedereen leerde die dag dat je het mooiste hebt als je het deelt met anderen.